LENING OPPENHEIMER NOODZAKELIJK ALS GEVOLG VAN EERDERE A-NATIONALE KEUZE
Dat de regering nu gedwongen wordt om een lening te nemen om de Afobakka dam over te nemen is volgens de PALU het directe gevolg van de slechte onderhandelingen met Suralco. Volgens de Brokopondo Overeenkomst (BO) moest de dam overgedragen worden op het moment dat Suralco stopte met haar bauxietontginning en -verwerking. En dat was reeds in 2015. Maar doordat de regering nu akkoord is gegaan om vier jaren later de dam over te nemen betekent het dat zij heeft toegestaan dat Suralco van bauxietontginner overging tot het verdienen van veel geld met elektriciteitsleveranties aan Suriname. Dat nu een lening gesloten moet worden om de af te kopen is gewoon te gek voor woorden en is een direct gevolg van de eerdere keuze van de regering om in het voordeel van Suralco te werken. Het Surinaamse volk zal nu de lening moeten terugbetalen doordat haar vertegenwoordigers het belang van Suriname niet centraal hebben gesteld tijdens de onderhandelingen. De PALU keurt dit gedrag van de regering ten stelligste af.
We zullen nu er niet onderuit kunnen komen om een lening te nemen om de overname te financieren. Het lijkt bijna op het systeem waarmee op het ministerie van Openbare Werken en op LVV-geld wordt ‘gemaakt’. Belangrijke kanalen niet opschonen in de droge tijd en wachten op een noodsituatie in de regentijd om dan het werk zonder aanbesteding te gunnen aan een aannemer van eigen keuze.
Aan de andere kant, de vraag die steeds centraal moet staan in discussies over al dan niet lenen, is “waarvoor lenen we?”. Wat dat betreft heeft de PALU reeds eerder gesteld, dat sommige soorten van leningen door een leningenplafond beperkt moeten worden. Zo moeten leningen die gebruikt worden om de nationale productieondernemers te stimuleren vrijwel onbeperkt genomen kunnen worden. Consumptieve leningen die gebruikt worden om salarissen , subsidies en buitenlandse reizen te betalen en die weinig opbrengen voor ons land en niet direct leiden tot meer-productie zullen beperkt moeten worden met een leningenplafond. Het merendeel van de leningen die vanaf 2015 zijn gesloten hebben het karakter van consumptieve leningen. Ook bij deze tweede Oppenheimer lening gaat het om ‘consumptieve doeleinden’. Meer dan US$100 miljoen zijn bewust gecreëerde betalingen aan de Suralco voor de levering van elektriciteit. Ook het resterend deel van bijna US$50 miljoenvan de Oppenheimer lening zal kennelijk consumptief aangewend worden. In de conceptovereenkomst staat namelijk dat het resterend deel gebruikt zal worden voor de “hervormingen in de energiesector” wat betekent dat de EBS gesubsidieerd zal worden. Dus ook deze lening zal niet direct geïnvesteerd worden in de productie, of meer mogelijkheden scheppen voor de bevolking om geld te verdienen of meer werkgelegenheid voor jongeren creëren . Het gaat in deze dus wederom om een overwegend consumptieve lening.
Wat nu duidelijk wordt is dat de slechte overeenkomst met Suralco de ontwikkelingsmogelijkheden van het Surinaams volk heeft versmald. De te lenen gelden bij Oppenheimer hadden bij betere onderhandelingen veel productiever elders ingezet kunnen worden.
Dat van regeringszijde nu als argument wordt aangevoerd dat zonder de lening de dam niet kan worden overgenomen, is dansen op eigen muziek. Volgens de BO moest de dam gratis worden overgedragen zodra Suralco haar activiteiten in Suriname zou beëindigen. Nu dat niet heeft plaatsgevonden in 2015 heeft Suriname onnodig vier jaren langer moeten betalen voor elektriciteit uit de Afobakka dam. De regering heeft bewust slecht onderhandeld met Suralco om de dam kort voor de verkiezingen van mei 2020 te kunnen overnemen, ondanks de hoge kosten voor ons land. De korte termijn partijbelangen staan daarbij centraal en niet het algemeen, nationaal belang op de lange termijn. En het volk betaalt de rekening.
Secretariaat MAssa Communicatie en PR